verhalen voor kinderen


Waar is de fiets van Ella?

Ella is vijf jaar oud en ze is boos. Heel boos. Ze stampvoet op de grond.

"Het is niet eerlijk. Iemand heeft mijn fiets gestolen". Ze schreeuwt en ze brult en slaat met haar handen om zich heen.

Snikkend roept ze uit: "Het is zo'n mooie fiets. Van mijn opa en oma gekregen voor mijn verjaardag". Een roze fiets met paarse strepen. Ella was zo blij met dat cadeau. Elke dag fietst ze vol trots op deze fiets van huis naar school. Wie is zo gemeen en heeft mijn fiets gestolen?

Nee, Ella wil niét naar huis. Ze blijft op het schoolplein staan. Hier stond mijn fiets! Ik wil mijn fiets! De juf van haar klas staat bij haar en is rustig. Samen staan ze op het schoolplein. Andere kinderen zijn ook verdrietig.

"Ik ga helpen zoeken" zegt een vriendinnetje.

Nu de juf erbij staat gaan de meeste kinderen naar huis. Ella is een druk kind dat snel haar mond opendoet als iets haar niet bevalt.

Toch vinden de meeste kinderen het heel naar voor haar. Niemand vindt het leuk als je fiets weg is.

Ineens komt er een jongen het plein op fietsen. Het is Bram, haar grote broer. Hij fietst op haar fiets! Ella valt bijna om van verbazing.

"Dank voor de fiets" zegt Bram. "Mama belde me en vroeg of ik snel een boodschap voor haar kon doen. En toen heb ik jouw fiets even gepakt". Ella kijkt hem met grote ogen vol tranen aan. Ze weet niet of ze moet huilen of lachen. Ze zegt: "Maar dat kan niét. Je mag niet zomaar mijn fiets pakken. Het is mijn fiets".

De juf pakt Ella op en houdt haar in haar armen. Ze klopt zachtjes op haar rug. Streelt haar hoofdje. Tot de tranen stoppen en Ella haar boosheid kan laten gaan. "Breng je me naar huis, lieve juf?" Ze doet een duim in haar mond. "Wil nu slapen" zegt ze zacht. "Ja kom maar. We gaan samen naar jouw huis en nemen de fiets mee".

Bram blijft op het schoolplein. Begrijpt niet waarom Ella boos is. Hij gaat voetballen met zijn vriendje. Daarna ga ik wel naar huis.

De moeder van Ella staat in de tuin voor het huis. Ze is niet verbaasd als ze Ella met haar juf ziet. Alsof ze voelde dat er iets was gebeurd.

Ze legt Ella op de bank in de woonkamer onder een warme deken. Ze gaat naast haar zitten en houdt haar hand vast. Ella trilt nog een beetje van binnen.

De juf begint te vertellen waarom ze is meegekomen. Natuurlijk drinken ze samen een kopje thee met een koekje erbij.

De moeder van Ella begrijpt het. Het was teveel voor Ella. Dat haar fiets ineens weg was. Ze is zo trots op haar mooie fiets. Poetst hem elke week in de voortuin. Toch begrijpt ze ook wat Bram heeft gedaan. Gewoon makkelijk. Die fiets stond daar toch en Ella zat nog in de klas.

Ze houdt veel van beide kinderen. Straks praat ik er met hen over. Hoe we dat samen beter kunnen doen.

Of de juf nog even blijft? Ze heeft een grote groentepizza met tomaat en kaas erop gebakken. Daar komt Bram ook aan.

'Bram, de juf blijft eten. Doe je mee?'

Bram is opgelucht. Hij kijkt naar het gezicht van zijn moeder. Hij ziet dat ze niet boos is. Hij is blij met zijn moeder. Zijn moeder is lief en wijs.

Hij geeft Ella een hand en zegt "Ik zal niet meer zomaar je fiets pakken.

Is dat oké?" Ella knikt en geeft hem een knuffel.

Samen dekken Bram en Ella de tafel. Met z'n allen genieten ze van de heerlijke pizza. Alles is in orde.